Deze week stond geheel in het teken van Prinsjesdag, een bijzondere dag die slechts één keer per jaar plaatsvindt. Op deze dag komen alle leden van de Staten-Generaal in hun mooiste kleding bijeen om de Troonrede in de Ridderzaal in Den Haag bij te wonen. Wat opviel aan de plannen van het kabinet, is dat er op veel sectoren bezuinigd gaat worden. Onder andere cultuur en onderwijs zullen te maken krijgen met deze bezuinigingen.
Het kabinet wil zich echter sterk inzetten op innovatie. Het idee is dat innovatie een sleutelrol speelt in de toekomst. Wat het kabinet echter lijkt te vergeten, is dat innovatie vaak duur is. Het kost veel tijd en geld om nieuwe ontwikkelingen te realiseren. Dit staat haaks op het algemene beleid van het kabinet, dat juist minder wil uitgeven. Innovatie vraagt echter om investeringen, en zonder die investeringen zal er weinig opgelost worden.
Het kabinet wil de komende jaren honderden miljoenen euro’s bezuinigen op het onderwijs. De onderwijssector is het hier absoluut niet mee eens. Zij vinden dat er juist meer geld nodig is om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. De jeugd is immers de toekomst van Nederland.
Buitenschoolse activiteiten op school Vanaf 2026 wil het kabinet 155 miljoen euro bezuinigen op buitenschoolse activiteiten in het onderwijs. Dit betekent dat scholieren en studenten in de toekomst minder buitenschoolse activiteiten zullen kunnen doen, waaronder activiteiten die aansluiten op hun studie.
Wat kunnen we in de toekomst verwachten van de onderwijssector?
Ook wordt er bezuinigd op de functiemix-regeling voor leraren op middelbare scholen in de Randstad, een regeling bedoeld om leraren te behouden in regio’s waar het lerarentekort het grootst is. Hierop wordt nu 75 miljoen euro gekort. De toekomst van de onderwijssector is hierdoor onzeker. Het is mogelijk dat er een moment komt waarop er te weinig leraren beschikbaar zijn in Nederland. Sommige docenten zullen dan klassen met bijna 50 leerlingen moeten lesgeven. Dit verhoogt de werkdruk voor leraren, wat kan leiden tot meer stress en een grotere kans op een burn-out.