Esmée Koster 25-05-2023
Sinds kleins af aan staat het leven van de Moergestels Max van Kempen (20) in het teken van wielrennen. “Wacht even, ik loop even weg bij het zwembad naar een plek waar ik beter bereik heb”, aldus Max. Hij was namelijk uitgenodigd om de Giro d’Italia live te komen kijken met zijn vader. En dat allemaal dankzij zijn wielercarrière. Door zijn connecties kon hij lekker meegenieten in Italië. Maar of hij zelf ooit nog mee zou kunnen rijden in de Giro is nog maar de vraag.
Wanneer ben je begonnen met wielrennen en waardoor?
“Ik ben begonnen met wielrennen toen ik ongeveer zes a zeven jaar oud was. En dat kwam door een man in Moergestel die vier weken lang rondjes ging fietsen. Ik had helemaal niks met wielrennen in het begin of überhaupt fietsen. Ik had eigenlijk niet eens de moeite gedaan om zonder zijwieltjes te fietsen. Toch ging ik samen met mijn opa naar die meneer kijken en dat vond ik zo interessant dat ik elke dag ben gaan kijken. En het jaar erop heb ik voor het eerst 100 km gefietst dat was op het kleinste wielrenfietsje van heel de wereld. En zo is het eigenlijk een beetje begonnen en zo is het nooit weggegaan.”
Wat was de bijzonderste ronde die je ooit hebt gewonnen?
“Dit gaat super cliché klinken. Ik heb best veel jeugdwedstrijden gereden en daar zijn best wel mooie resultaten uitgekomen. Maar het mooiste resultaat is toch misschien toch wel die vier dagen die ik heb gereden naar Italië in 2021. Omdat dat een evenement was wat ik helemaal zelf had opgezet. En vooral ook omdat er toen in die corona tijd eigenlijk niks was. En dat ik toen toch met een super fijn team het voor elkaar heb gekregen dat ik binnen vier dagen in Italië ben uitgekomen. Dat is voor mij wel de grootste overwinning die ik heb gehaald. Dat voelt toch specialer dan de jeugdronde van Geldrop die ik ooit heb gekomen.”
Klopt het ook dat met dat evenement Leo Alkemade je had uitgezwaaid in de vorm van een lied?
“Ja dat was heel ongemakkelijk maar super vet. Ik had de start op een dinsdag en ik had hem al uitgenodigd om te komen. Toen kon hij uiteindelijk toch niet. Ik was me toen aan het voorbereiden en in een keer stond hij naast me. Ik kende hem destijds toch niet zo heel goed en was hij voor Leo Alkemade van Sluipschutters. Toen ging hij uit het niets zijn nummer zingen, het liedje ging over wielrennen en over een vader en een zoon. Over een vader die toekeek naar zijn zoon die wielrende. Dat sloeg heel erg op mij en mijn vader, die is ook heel nauw en zat in het bestuur. Dus dat was wel heel emotioneel en ik moest op dat moment ook echt niemand aankijken.”
Wie is je grootste voorbeeld?
“Ik vind dat een lastige omdat ik met zoveel dingen bezig met wielrennen wat totaal verschillend is. Maar ik denk op de fiets Peter Sagan. Dat is een sprinter en hij is meerdere keren wereldkampioen geworden, maar vooral als persoon vond ik hem heel erg vet. Maar eigenlijk is het toch wel mijn opa, omdat ik eigenlijk mede door hem ben gaan fietsen. Ik kon altijd bij hem terecht voor wieler verhalen.”
Je was heel goed in het wielrennen, maar je droom om de top te bereiken is helaas niet uitgekomen. Hoe kwam dat?
“ Het doel van die vier dagen in 2021 was om op te vallen. Als je profwielrenner wil worden is het ongeveer de leeftijd rond zeventien-achttien waarin dat de tijd is om het te worden. Het opvallen is toen wel gelukt, Tijdens mijn route ben ik gestopt bij Maurizio Fondriest. Ik kende hem toen al, hij is een grote naam in de wielersport. We waren toen bij hem en hij vertelde in een keer aan het ontbijt: ‘Misschien wel leuk om te vertellen maar ik ben voor heel veel Italiaanse wielrenners manager daarvan, jouw verhaal is heel gaaf en misschien kan ik wel iets voor jou betekenen. Maar niet te snel, we gaan eerst even fietsen en dan gaan we kijken wat je in huis hebt.’ Nou dat was de laatste dag en toen kon ik eigenlijk al niet meer en had afgesproken met mijn fysio en trainster dat ik de laatste dag rustig aanging doen. Nou dat kon ik toen niet want ik wilde me bewijzen en ben ik als een gek gaan fietsen. Gelukkig was het om op te vallen en het enige wat ik nog maar hoefde te doen om verder te kunnen was een test. Waarin ze testen welke krachten je hebt en wat je allemaal aan kan. Eenmaal in Nederland kreeg ik twee weken voor de test corona. Tijdens quarantaine had ik amper last maar toen dat voorbij was stapte ik weer op de fiets en kwam ik overstuur thuis… het lukte allemaal niet meer, alles zat tegen!
Toen begonnen de zorgen over de test. Logischerwijs is de test niet heel goed gegaan, het was niet slecht maar net niet genoeg om andere mensen ook nog te overtuigen om profwielrenner te worden. Ik had mezelf toen een paar maanden gegeven om op het niveau te komen waar ik eerst zat, maar het lukte gewoon niet meer. Toen is dat uiteindelijk mentaal gaan spelen bij mij en ik had bijna nooit meer zin om op mijn fiets te stappen. Ik was echt aan het veranderen buiten het fietsen en eigenlijk had ik nergens meer zin in. Ik heb toen aan de bel getrokken bij de dokter voor de hoofdpijn, maar toen brak ik daar en ben ik bij de psycholoog beland. En heb toen besloten om echt te stoppen met wielrennen. En ik heb heel mijn kamer leeg getrokken, want die hing vol met allemaal wieler prijzen en spullen. De corona is een stille killer geweest. Die ook helaas mentaal is gaan werken. En dan ga je jezelf alleen maar als minder beschouwen.”
Je hebt ook een fulltime baan als vormgever, maar zou ooit nog de top in het wielrennen willen/ kunnen behalen?
“Ik denk als ik echt alles op alles zet dat het zeker mogelijk kan zijn. Maar wat mij een beetje tegen houdt en ik nog steeds over na aan het denken ben is dat ik niet weer het zelfde mee wil maken. voor hetzelfde geld is er over twee jaar weer een ziekte of virus en ben ik bang om weer hetzelfde mee te maken. Ik ben al voor mezelf een tijdje aan het kijken wat nou de voordelen ervan zijn om met hulp door te gaan. Ik ben echt alles aan het afwegen, het zou kunnen en het is meer de vraag of ik het wil. Maar ik heb nog steeds wedstrijden maar op een ander niveau. Maar of ik ooit in de Giro terecht zou kunnen komen vind ik heel lastig om te zeggen.”
Ik denk als je de keuze maakt dat je wellicht niet meer je baan ernaast kan hebben in verband met het vele trainen?
“Ja dan kan ik niet meer een baan erbij hebben. Als je goed bent en opvalt verdien je heel erg veel, maar ben je niet heel opvallend dan verdien je niet super veel. De eerste maanden verdien je helemaal niks. En dat is ook lastig omdat het heel onzeker is. Het heeft tijd nodig om geld te verdienen. En ik vind mijn baan op dit moment ook leuk om te doen.”
Veel wielrenners hebben verschillende kwaliteiten. De een is goed in klimmen en de ander in sprinten, wat was jouw kwaliteit?
“Klimmen, duidelijk klimmen. Ik ben 1,82 m en weeg net 60 kilo. Dat betekent dat je heel licht bent. Eigenlijk zo licht dat je een stuk makkelijker over de bergen kan komen. Dat was ook het was ook het leuke aan het verhaal. Als Nederlander is het best bijzonder als je goed kan klimmen dus dat was voor mij een extra motivatie om nog beteer wedstrijden te rijden. Want dan kon ik als een van de weinigen echt goed klimmen.”
Wat de toekomst ook mag brengen, Max zal altijd nog zijn fiets bij zich houden. Voor de top of als hobby, de banden zullen in ieder geval lekker warm gereden worden. En binnenkort gaat hij vlammen op het circuit van Zandvoort waar hij acht uur lang moet gaan strijden voor de winst.